In Zuid-Holland ligt ruim 16.000 ha openbaar buiten-stedelijk recreatiegebied, als zodanig begrensd in de Omgevingsverordening. Circa 95 procent hiervan is in eigendom en beheer bij natuur- en recreatieschappen, gemeenten en Staatsbosbeheer. Per 31 december 2019 resteren nog de onderstaande recreatiegebieden in provinciaal eigendom. Het beheer van deze gebieden wordt in opdracht van de provincie door derden uitgevoerd.

Bentwoud               480 ha
Vlietland                290 ha
Balij-Bieslandse Bos            71 ha
Louisa- en Cannemanspolder         57 ha
Oosterduinse Meer            14 ha
Bos Rhoon               10 ha
Valkenburgse Meer (zuidoever, tevens NNN))   10 ha

Totaal                  932 ha

Uitvoeringsresultaten 2019: beheer
Met Staatsbosbeheer zijn samenwerkingsovereenkomsten gesloten ten behoeve van het beheer en onderhoud van de meeste genoemde gebieden. Balij/Bieslandse Bos en Bos Rhoon vielen onder aannemersbeheer. In 2019 is het beheer en onderhoud uitgevoerd conform de daartoe opgestelde werkplannen.

Uitvoeringsresultaten 2019: overdracht
De provincie vindt het eigendom en het opdrachtgeverschap voor het beheer van recreatiegebieden geen provinciale kerntaak. Daarom werkt de provincie aan overdracht van de recreatiegebieden aan derden (met name gemeenten). In 2019 is natuur- en recreatiegebied Noord-Aa in Zoeterwoude (6 ha) na een openbare verkoopprocedure overgedragen aan biologische boerderij ’t Geertje. Bij de verkoop zijn voorwaarden opgenomen voor de blijvende instandhouding van het natuurgebied. De provincie ziet toe op de naleving van de voorwaarden en op de bereikte resultaten voor de natuur.

Vooruitblik

Het beheer zal in 2020 conform vastgestelde werkplannen plaatsvinden. Bij Vlietland wordt de uitvoering van het Bosbeheerplan afgestemd met nieuwe ontwikkelingen zoals de uitvoering van de motie 811 Kwaliteitsimpuls, recreatieve ontwikkelingen en verdere compensatie vanuit RijnlandRoute.
Bij Balij/Bieslandse Bos en Bos van Rhoon wordt het beheer met ingang van 2020 door Staatsbosbeheer uitgevoerd. Dit betekent dat het operationeel beheer van alle recreatiegebieden in provinciaal eigendom bij Staatsbosbeheer is belegd.
Voor wat betreft het toekomstige beheer van de  recreatiegebieden in provinciaal eigendom zal verkend worden welk beheerarrangement duurzaam is en welke rol de provincie daarin zal nemen.