Naast het in stand houden en versterken van biodiversiteit binnen het NNN wordt ook nagestreefd om de biodiversiteit buiten het NNN te behouden en te versterken. Agrariërs kunnen beheer dat hierop gericht is gesubsidieerd krijgen. Het agrarisch natuur en landschapsbeheer (ANLb) richt zich in Zuid-Holland in eerste instantie op weidevogels, maar ook op akkervogels en biodiversiteit in brede zin. Voor het behoud van de weidevogels is het belangrijk dat bescherming zich richt op grote aaneengesloten gebieden met een optimaal beheermozaïek en dat agrariërs, natuurbeheerders en vrijwilligers optimaal met elkaar samenwerken. In tweede instantie wordt ingezet op akkerranden inclusief overhoeken voor bijvoorbeeld de patrijs, natte dooradering, landschapselementen en water.
Voorheen werd beheersubsidie rechtstreeks aan de agrariër uitbetaald. Per 2016 is dit veranderd en is er een nieuw stelsel ingezet. De kern van het vernieuwde stelsel is dat de provincie de doelen vaststelt die het ANLb moeten dienen en dat streekgebonden agrarische collectieven hier invulling aan geven op basis van hun kennis en betrokkenheid en in afstemming met andere natuurbeheerders. De collectieven maken vervolgens zelf beheerafspraken met agrariërs.